zondag 23 februari 2014

365 dagen project week 8

Verrassingen


Als ik zo om me heen kijk, zie ik aardig wat brillen (met mensen). Allemaal een oogafwijking en voor iedereen is er een oplossing gevonden. Zo gewoon als dat hier in Nederland is, zo bijzonder is dat nog in een derde wereld land zoals bijvoorbeeld Uganda of Gambia. Veel opticiens schenken, oude en niet meer gebruikte brillen aan de inwoners. Ik heb afgesproken dat wanneer ik klaar ben met dit project, de brillen  bij hen ingeleverd worden zodat het een goede eindbestemming krijgt. Al die verschillende mensen en hun brillen zetten me tot nadenken. Want wat ziet  iemand dan beter door die ene bril? Wat is de verbetering? Vandaar dat ik er zelf maar eens door heen kijk en dat levert leuke verrassingen op. Sommigen werken als vergrootglas, terwijl anderen juist weer verkleinen. Soms zelfs zo erg verkleinen dat ik buiten de rand van de doos kan kijken (304). Ook staat er opeens een klederdracht meisje in m'n beeld, wat doe jij daar nou? (305). De oude theebus blijft hetzelfde eruit zien met een getinte bril op m'n neus. Bij afbeelding 308 word ik voor de gek gehouden door de bril zelf. Ik denk dat het verkleinde gedeelte het plaatje is en dat het vergrote deel de afbeelding is. Grappig. En dan is er nog een andere verrassing. Vanaf morgen woon ik afwisselend in Zeeland en Noord Holland. De eerste twee weken ongeveer heb ik nog geen internet. Hierna ben ik weer van de partij. 't Zal vreemd zijn.
                                                                                                                                                                 
          
302

303

304

305

306

307

308

zondag 16 februari 2014

365 dagen project week 7

Vlekwerk  2


In Alkmaar heb je de Kauwgomsteeg. Iedereen begrijpt dit en kan zich hier een voorstelling van maken. Soms vergeet ik dat íe er is en als ik er dan door heen loop denk ik regelmatig, oh ja... en kijk een beetje stug voor me. 's Winters er doorheen lopen gaat nog wel maar in de zomer ruikt het wat zoetig. Kijken naar die muren met uitgekauwde stukjes maakt me een beetje misselijk. In het ziekenhuis heeft de hoofdingang een draaideur. Gelijk na deze deur sta ik in de grote hal. Op de grond liggen uitgekauwde stukken kauwgom in het tapijt. En dat vind ik toch wel apart. Bij openbare gebouwen staan op strategische plekken buiten sigarettenpalen. Voor je zo'n gebouw ingaat, verdwijnt het uitgedrukte sigaretje in deze paal. Hoe zit dat dan met een gommetje? Denkt de roker: Ik ga op ziekenbezoek bij tante Gre maar ruik nogal naar shag. Laat ik maar een kauwgommetje nemen? Mmmm... tussen de sigarettenpaal en de draaideur zit hoogstens 5 meter. Je stopt kauwgom niet in je mond om het na de draaideur er weer uit te halen. Volgens mij is het zo dat kauwgommensen denken: Ik ga op ziekenbezoek bij tante Gre, dus weg ermee. Hopla, op de grond, in het tapijt. De schoonmaakploeg zal echt niet deze vlek eerst bevriezen om het vervolgens met een schilmesje uit het tapijt te peuteren. Geen inspirerende vlekken dus. Op de fiets zie ik andere, in het asfalt bijvoorbeeld. Dus.. bovenop de rem, want het is me toch een mooie. Een stevige vloek achter me. Als ik me omdraai zie ik een wielrenner afstappen. Hoe ik het in m'n hoofd haal bovenop de rem te trappen. We hadden beiden in de berm kunnen liggen of, nog erger, op het asfalt. Sufferd, denk ik, hij heeft helemaal gelijk. Even overweeg ik om te zeggen van die vlek, die mooie. Misschien komt dat wel een beetje knullig over. Eh, meneer? Ik zag een vlek... en besluit m'n mond te houden. Het is stil voor me en de racer kijkt me fronsend aan. U heeft helemaal gelijk, zeg ik. Hij loopt naar z'n fiets. Mompelt wat, zegt idioterie, nog wat gemompel, en weg is íe.Verderop draait hij zich hoofdschuddend om. Ik zwaai vriendelijk. Als hij doorrijdt, pak ik m'n fototoestel. 't Is tenslotte een mooie. 
Op afbeelding 295 zie je de twee vlekken die dit keer gebruikt zijn. Ze staan rechts en recht er onder. Bij alle werkjes is het zo dat er dingen zijn toegevoegd en dat er in is getekend of geschilderd. Zonder vooropgezet plan.     

295

296

297

298

299

300

301

zondag 9 februari 2014

365 dagen project week 6

Vlekwerk   1


Fietsen? Graag. Nog leuker is dit te combineren met iets op tekengebied. Ik kijk naar andere dingen als een fietstocht iets extra's krijgt. Daar heb ik dan wel weer lol in. Een fototoestel neem ik altijd mee. Ik ga op zoek naar vlekken. Plassen, barsten in een muur, een krijttekening van een kind, kapotte stoeptegels noem maar op. Meestal zie ik zwerfafval, kauwgom en uitgedrukte sigaretjes. Barsten in het trottoir worden al snel vervangen hier in Nederland. De beschadigingen op 288 en 292 zie ik op lantaarnpalen. Foto nemen en vervolgens de beschadiging zo precies mogelijk natekenen. Een foto maken van een lantaarnpaal is iets dat mensen nieuwsgierig maakt. Wat doet zij bij die lantaarnpaal? Wat doet u mevrouw? Ehh, ik doe veldwerk... La-me-nou-effe.... Thuis draai ik de foto's en kijk of ik er iets in zie. Het stimuleert m'n fantasie. En dan werk ik het uit. Op m'n gemak. Bij afbeelding 292 denk ik gelijk aan Jip van Janneke.
Volgende week meer vlekwerk.


288

289

290

291

292

293

294

zondag 2 februari 2014

365 dagen project week 5

Op naar het Frans Hals museum. 


Samen met m'n schildersmaatje ga ik naar Haarlem, naar het Frans Halsmuseum. In een tv programma werd deze expositie uitgelicht en we wisten direct, hier gaan we dus naar toe. Een Engelse schilder, Glenn Brown, nodigt me uit een frisse/open blik te werpen op de meesterwerken uit de collectie van het museum. De voet die Glenn heeft geschilderd, 281, is al eens geschilderd door Adolph Menzel. Menzels voet is in precies dezelfde positie geschilderd en lijkt een oude voet te zijn. Glenn's voet is er eentje die in de schijnwerpers staat. Het licht valt er op, er zit nog een lichtbron achter. De voet doet me denken aan die keer dat ik voor m'n opleiding naar het Anatomisch Museum ging in Groningen. We bekeken daar o.a. lichaamsonderdelen die op sterk water stonden. Zijn voet doet me denken aan eentje met een weke huid. Hij laat me dus op een totaal andere manier kijken naar gespierd vlees van bijvoorbeeld de schilder Hendrick Goltzius, het schilderij dat naast de voet hangt. En wat te denken van de lichtkrans op 282. Het lijkt supersnel rond te draaien. Of de jonge Rembrandt. Het Stilleven met Artisjokken is geschilderd door Antonio Ponce. Brown maakt er een dampend boeket van. Het is een groot doek, ik denk iets van 3,5 a 4 meter breed. Dampend, waarom eigenlijk? Is het kookvocht van de aardappelen er overheen gevallen? Heeft iemand een sigaretje niet goed uitgedrukt in het boeket? De laatste twee die ik laat zien gaan over De Dood. Spannend om te zien hoe een oud werk vertaald wordt naar deze tijd. Glenn Brown beheerst de olieverftechniek en laat de penseelstreken/toetsen duidelijk op het doek zien. Door veel van deze streken dicht bij elkaar te zetten, krijgt het onderwerp body. Het lijkt net alsof het uit veel verflagen bestaat. Het kleurgebruik is subtiel, mooi op elkaar afgestemd. Hij schildert heel precies en gebruikt als uitgangspunt een digitale reproductie. Dit alles bij elkaar zorgt er voor dat het vervreemdend overkomt en dat ik me ongemakkelijk voel als ik voor een werk van hem sta. Het is de moeite waard dit te bekijken.


 281

 282

 283

 284

 285

286

 287