zondag 26 januari 2014

365 dagen project week 4


Een creatief zelfportret.

Het blijft natuurlijk spannend, een zelfportret. Ik zie alles in m'n gezicht en dit drukt me natuurlijk met de neus op de feiten. Ha! Om het voor mezelf wat leuker en interessanter te maken, kies ik voor een bestaande oefening. Deze oefening doe ik zo vaak als ik kan; meestal zo'n drie keer per week. Het zijn vijf tekenoefeningen die in een sessie van 25 minuten gedaan kunnen worden met mezelf als referentiemateriaal. Het belangrijkste doel hiervan  is dat ik de details en eigenaardigheden van m'n hoofd in m'n onderbewustzijn opsla. M'n mobiel zet ik op vijf minuten en begin met de eerste oefening. Als het alarm afgaat, is oefening twee aan de beurt. Ik probeer (en dat is de truc) m'n hoofd in zo'n toestand te krijgen dat het resultaat niet belangrijk is. De portretjes worden gemaakt op tekenpapier, ongeveer 10 bij 15 cm. Ze worden getekend met fineliners in verschillende diktes bijvoorbeeld 0.1., 0.5, en 0.7. De eerste oefening 274, is met de verkeerde hand getekend. Voor mij is dat rechts. Dus deze eerste vijf minuten ontstaat er een beetje wiebellijnig portret met soms wat interessante vertekeningen. Hierdoor lijkt de tekening niet zo goed. Dat is juist leuk, hoef ik me minder bezig te houden met m'n wallen enz. Ik kijk meer in de spiegel dan dat ik naar de tekening kijk en probeer m'n zwakke hand zo goed mogelijk te laten tekenen. Zo wordt de aandacht gefocust op de pen om deze in de juiste richting te krijgen. De tweede oefening 275, is blind contour tekenen. Best lastig, want er mag niet naar het papier gekeken worden.  M'n ogen fixeer ik op de omtrek van m'n hoofd, kijk mezelf dus aan in de spiegel, en ik zet de pen op het papier. Ogen en pen bewegen nu heel langzaam en met dezelfde snelheid langs de omtrek van m'n onderwerp. Deze oefening zorgt voor leuke verrassingen. De tekening zal er vreemd uitzien omdat die gemaakt is zonder op het papier te kijken. Ziet íe er niet gek uit, heb je waarschijnlijk per ongeluk toch gekeken. Oefening 276, contourtekenen, wordt op dezelfde manier gedaan als 275, alleen mag er nu wel naar het papier gekeken worden. De kunst is om nog steeds meer in de spiegel te kijken dan naar m'n vel. Elke uitstulping en ronding wordt vastgelegd. Het resultaat is nog steeds niet belangrijk. 277, is een krastekening. Fanatiek krassen van binnen uit het onderwerp en werk naar buiten. Kras harder en dichter bij elkaar bij de donkere stukken en losser en lichter bij de lichtere stukken. Denk niet te veel na, maar kras snel door. In vijf minuten kun je een paar maken. Onthoud dat je niet alleen de contouren vol krassen maakt, maar ook het hoofd body probeert te geven. Bijna blind tekenen 278, is een combinatie van contourtekenen en blind contour tekenen. Bij het maken van de eerste omtrek van m'n hoofd, mag ik twee tot drie keer even kijken. Is de vorm eenmaal vastgelegd, neem ik een dunnere pen en kijk zo vaak als ik wil naar het papier om details toe te voegen als, ogen, plooien en schaduwen. Bij het tekenen van schaduwen in m'n portret kijk ik wel regelmatig in de spiegel!
Het leukst van dit alles vind ik dat het precies werken, wat ik doe met het rechtbanktekenen, helemaal is losgelaten. Er ontstaat humor en creativiteit. Bovendien zie ik dat hier iets persoonlijks uit kan komen. M'n favoriet is oefening 275. 

273

274

275

276

277

279

280


zondag 19 januari 2014

365 dagen project week 3

Over het ziekenhuis, een brillenkoord en een oppas.


Goed, zo was ik in het ziekenhuis. Ik was wat vroeg en las een krantje. Een taxichauffeur liep met een bejaarde man en z'n begeleider naar de uitgang. Ik weet niet of u er wel bij in kan, zei hij tegen de oude man. Ik heb d'r nog meer van in zitten. M'n buurvrouw, ook bejaard, keek me aan. We schoten in de lach. Terug op zaal kwam een verpleegkundige aan m'n bed. En? Wat willen we eten? Nou, ik lust wel een bruine boterham met kaas. Willen we nog iets drinken, vroeg ze? Och, een kopje thee en wat wilt u drinken? Verleden week ging het o.a over een monocle. Een enkel brillenglas aan een koordje en over de regelmatige zoektocht naar m'n bril. Helmi reageerde hier op. Dit kreeg dus een vervolg, bedankt Helmi!  Een brillenkoord. Zo simpel kan het zijn. Ik herinner me een  zelfgemaakt werkje van september 2013, week 37, dat over een brillenoppas gaat. Iemand die ziet wanneer ik een bril nodig heb en deze dan heel attent aangeeft. Dit krijgt een vervolg. De brillen denken je kan de pot op, je regelt maar wat anders, wij willen weg! Aan onze poten geen polonaise. En ze plegen vervolgens een coupe. Yes, nu ga ik los. Ze breken uit. Ik maak twee kopieën van het septemberwerkje en knip de vogelkooi uit en plak de andere kooi met een wit restje papier af. De verfrommelde kooi wordt op het afgeplakte stuk gelegd. Ik wil zien hoe dit er uit ziet. Hoe komt dit tot z'n recht? Het werkt en vervolgens teken ik het ontwerp op een dik vel aquarelpapier. Daarna wordt het geschilderd met acrylverf en de rode lijnen en zwarte brillen worden met een watervaste fineliner getekend. Het is leuk om te weten dat het stuk t/m de bovenbenen oorspronkelijk twee kopieën zijn die ik heb laten verspringen op het vel. Gewoon om te zien wat er dan gebeurd. Op de laatste afbeelding heb ik de oppas uitgeknipt en op beschilderd transferpapier gelegd. Een nieuw projectje wat ik aan het uitproberen ben. Fijne zondag allemaal. 

266

267

268

269

270

271

272

zondag 12 januari 2014

365 dagen project brillen

Een korte brilgeschiedenis 2


Verleden week had ik het over de eerste bril. Een montuur met twee glazen balancerend op je neus. Die eerste bril werd vooral gedragen door geleerden (259) en monniken. Het was namelijk een voorrecht er eentje te hebben. Gelukkig vonden ze al snel banden uit waarmee de bril om het hoofd werd gehouden. Dat zal wel flink zijn opgevallen in die tijd. Ten eerste heb je een bril en dan ook nog iets van (ver)banden om je hoofd. Rond 1730 werden de vaste zijpoten ontwikkeld. De adel droeg in die tijd graag een bril. Het was in de mode. Er kwam nog een interessant brilletje bij, de lorgnet. Een bril op een stokje zeg maar. Dus eerst kwam Clementine chaotisch in een wolk van zijde en tule voorbij draven op het bal, met d'r montuur balancerend op haar neus. Vervolgens zag men Geertrude staan, de rust zelve, enigszins beschamend voor zo'n vertoning. Tssss..... Ik heur hier niet bij. Demonstratief haar lorgnet voor zich houdend. Ook de adelmannen hadden in die tijd iets nieuws, een monocle (261). Een bril dat uit een enkel glas bestaat en vastgemaakt is aan een koord. Dat vis je dan zo interessant uit het zakje van je colbert en drukt het tussen wenkbrauw en oog. 't Zal wel veel vette vingerafdrukken op het glas hebben gegeven. Ik vind het boeiend te zien hoe de wenkbrauw over zo'n glas stulpt. Een bril in de media afgebeeld, wordt regelmatig in verband gebracht met bepaalde doelgroepen. Dames die in het zakelijk leven een functie hebben, krijgen in tijdschriften vaak een mantelpakje aan en een bril op de neus geplant. Of heren in de medische sector zie je geregeld in witte jas met bril. Wat dat betreft is er niet zo veel veranderd. Een bril kan nog steeds voor een bepaalde uitstraling/status zorgen. In het begin van de 17e eeuw is de goedkope draadbril met geslepen glazen ontworpen. Zo kon het gewone volk ook een bril aanschaffen. En dat is maar wat fijn, je kan in ieder geval zien dat de vis vers is, als je dat al niet ruikt.. Of je oma kan je lekker voorlezen. Want daar gaat het uiteindelijk om, je hebt beter zicht en dit heeft zo ongelofelijk veel mogelijkheden. En dan heb ik het er nog niet eens over dat je er met een bril best wel lekker uit kunt zien (264), ik bedoel maar. Persoonlijk zijn er voor mij als bril drager nog steeds een drietal nadelen. De overgang van koude naar warmte en andersom, de glazen beslaan gelijk. Regen, ik zie geen steek. En 't komt toch nog vaak voor dat ik niet meer weet waar ik m heb neergelegd...

259

260

261

262

263

264

265

zondag 5 januari 2014

365 dagen project week 1

Een korte brilgeschiedenis 1


Toen ik in januari van het afgelopen jaar hier mee startte, was voor mij de grootste uitdaging dat ik het zou gaan volhouden. Een jaar lang met een onderwerp bezig zijn. Een plan had ik niet gemaakt. Ik begon gewoon. Zo kwam ik er achter dat ik nog niets heb verteld over het ontstaan van de bril. Ik ben me er maar eens in gaan verdiepen. Al eeuwen lang zijn mensen bezig optische hulpmiddelen te ontwikkelen. De Arabische wiskundige al Hazin al Haitham (foto) ontdekte de breking van licht in glas. Deze ontdekking zorgde er voor dat het eerste optische hulpmiddel ontwikkeld kon worden: de leessteen. Je kunt je dat voorstellen als een soort vergrootglas. Deze steen werd gemaakt van het lichtgekleurde glas beryl. Hier is ons woord bril van afgeleid. Rond het jaar 1285 ontstaat de bril. Een dominicaan ontwerpt een bril waarbij twee leesstenen in een houten vatting geplaatst worden. In de begintijd werden de monturen van hout, metaal, hoorn, been en leer gemaakt. Ze bestaan slechts uit twee glazen en een neusbrug (255). Tja, en toen ging m'n fantasie met me op de loop. Een bril zonder pootjes balancerend op je hoofd. 't Is een beetje fris, je wilt je colbertje dichtknopen. 't Gaat een beetje stroef met koude vingers. Dus kijk je naar beneden en ja hoor, hij valt. Of deze. Trots ben je op je mooie paard. Je houdt je leidsels vast en wilt in galop. Zonder bril zie je geen steek. Toch dan maar afzetten? En deze dan. Je hebt een gala en bent gekleed in een wolk van zijde en tule. Je ziet er uit als een plaatje, haar mooi opgestoken. Komt een beetje chaotisch binnen, je hoofd in je nek, want ja die bril is een beetje wiebelig. Achter je staan twee mannen, wat heeft zij nou op haar neus? Volgende week meer.

252

253

254

255

256

257

258